‘Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) op bezoek bij vaste kamer commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid’
Op 2 februari 2023 bezocht de OCTAS de vaste commissie SZW. Na een voorstelrondje was er gelegenheid voor het kort stellen van vragen over en weer. Daarna konden de Kamerleden aangeven aan de Commissie wat ze belangrijk vinden in een nieuw arbeidsongeschiktheidsstelsel en waar ze ‘buikpijn’ van krijgen.
De volgende onderwerpen passeerden de revue.
Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS)
Het CBBS is het middel waarmee we in Nederland arbeidsongeschiktheid economisch vaststellen. Het CBBS is te technisch en staat te ver van de praktijk af voor belanghebbenden.
Het CBBS ‘beoordeelt’ niet alleen o.b.v. medische criteria, zoals in veel landen gebruikelijk is. Bovendien wordt het CBBS geacht een afspiegeling van de arbeidsmarkt te zijn. Als je met vastgestelde belemmeringen nog CBBS-functies kunt uitvoeren qua belastbaarheid, dan ben je nog in staat een inkomen te verwerven.
Als dat ook zo is, dan is de werking van het systeem rechtvaardig en zoals bedoeld.
Komen werknemers met een vlekje niet aan de bak, dan is het niet zo dat het CBBS niet werkt, maar dan functioneert de arbeidsmarkt op dit onderdeel niet.
Als een werknemer, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is zijn werk niet meer kan hervatten bij de eigen werkgever, dan dient deze werknemer te solliciteren bij een nieuwe werkgever.
In de huidige situatie
Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van minder dan 35% is er geen No Risk-polis voor de huidige werkgever, alleen voor een nieuwe werkgever. De oude ziet de bui al hangen en wil met het voortzetten van het dienstverband in ander werk van deze werknemer geen nieuw risico in huis halen vanwege de hoge kosten van eventueel nieuw verzuim door deze werknemer.
Dat de huidige werkgever geen passend werk biedt, heeft ook met diens perceptie van risico te maken: het verzuim was al duur gedurende de eerste 104 weken. Die kosten wil de werkgever niet nog een keer moeten dragen. Het is bovendien goedkoop om de ‘minder dan 35%-werknemer’ te laten afvloeien, er komt geen verhoogde gedifferentieerde premie en de transitievergoeding krijg je terug.
Ik denk weleens: wat zou er gebeuren als een werkgever een boete van een half miljoen zou moeten betalen als hij geen passend werk biedt? Ik denk dat veel werkgevers ineens heel creatief blijken te kunnen zijn. Of: wat zou er gebeuren als pas na een periode van een jaar dat nieuwe werk als bedongen arbeid geld, zodat de werknemer een langere proefperiode krijgt.
Het heeft allemaal nog altijd te maken met keuzes en de kosten daarvan.
35 tot 80% arbeidsongeschikt en zonder werk
Hier geldt op hoofdlijnen hetzelfde voor als voor de 35-minner. Wat maakt dat werkgevers zo huiverig zijn om deze werknemers in dienst te houden of aan te nemen? Zijn deze werkgevers te weinig creatief? Moet de Commissie daar niet eens goed naar kijken? Ook in een ander stelsel zul je de huiver om arbeidsongeschikte of bijna arbeidsongeschikte werknemers aan te nemen tegenkomen.
En als het CBBS een echte afspiegeling is van de arbeidsmarkt, dan is m.i. ook het bestaan van een vervolguitkering (VVU) op minimumloonniveau verdedigbaar. Dat je kunt werken met de vastgestelde belemmeringen is de uitkomst van het arbeidskundige onderzoek.
Verdeling van schaarse middelen
Dit onderwerp is niet besproken. Het gevoel bekruipt me bij het zien van de beelden van de commissie-bijeenkomst, dat het bespreken van dit thema te gevoelig ligt.
Voorstel aanpak CBBS op korte termijn
Het CBBS kan een goed systeem zijn dat een degelijke onderbouwing biedt voor een uitkering voor arbeidsongeschiktheid op basis van financiële criteria. Dit systeem, dat bestaat sinds 1967, is m.i. een groot goed voor de BV Nederland. Het is een systeem dat beoogt schade te compenseren die is ontstaan aan het verzekerde object: de maatman.
Wat er nodig is, is dat het CBBS weer daadwerkelijk een afspiegeling wordt van de arbeidsmarkt.
De arbeidsmarkt is immers fors veranderd en dat is de laatste jaren niet vertaald naar de vulling van het CBBS.
Het CCBS is – sterk overdreven – alleen gevuld met fulltime vaste dienstverbanden. Alleen deze kunnen dan ook geduid worden, terwijl de realiteit van de actuele arbeidsmarkt is dat er door werkgevers nauwelijks meer vaste dienstverbanden aangeboden worden. Bovendien zijn er zeer veel deeltijdfuncties en werken veel mensen in dubbele dienstverbanden.
Het UWV zou eens goed moeten kijken naar de reden waarom er toch wel vaak 80-100% arbeidsongeschiktheid uit een beoordeling komt vanwege “onvoldoende functies” op basis van het CBBS. Het CBBS zou zodanig gevuld moeten zijn dat er meer aangesloten kan worden bij de kenmerken van de belanghebbende.
Begrijpelijkheid CBBS
Mijn stuk nalezende borrelt er wel een vraag bij me op.
Hoe belangrijk is begrijpelijkheid van het systeem als een belanghebbende zijn zin krijgt? Zou de ´tevredenheidservaring´ toenemen bij een afwijzing als je het waarom beter begrijpt?
Ook als ik de voorbeelden zie in Witboeken van de SER (‘Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving’ van juni 2021) of FNV (‘Hardheden in de WIA’ van 05-04-2022) dan denk ik dat het het uitgangspunt is dat een uitkering afgewezen wordt. Maar zelfs bij een beter CBBS blijf je afwijzingen van uitkeringen houden.